De Paastijd loopt uit op twee hoogfeesten: Hemelvaart en Pinksteren. Hemelvaart op de veertigste dag van Pasen. Pinksteren op de vijftigste dag. De telling is ontleend aan Lucas, de evangelist en schrijver van de Handelingen van de Apostelen. Dat betekent dat deze feesten meedoen in het ontvouwen van het Paasmysterie.
Met Hemelvaart gaat Jezus weg van onze aardse werkelijkheid en wordt Hij opgenomen in de heerlijkheid van God. Hij gaat dus weg en Hij komt aan. Pinksteren vertelt ons dat Jezus ons niet in de steek laat, maar dat hij zijn Trooster en Helper stuurt, de Heilige Geest. Jezus komt op een nieuwe manier bij ons.
Dat Hemelvaart en Pinksteren op onze kalender zo dicht bij elkaar geplaatst zijn, heeft een reden. De korte tijd tussen de twee feesten wijst erop dat Jezus ons niet in de steek laat. Hij gaat, maar stuurt de Heilige Geest. Er is bijna sprake van continuïteit.
Toch is ook de tijd tussen de twee feesten veelzeggend. Iedereen kent immers wel iets van verlatingsangst of de vertwijfeling als je afscheid neemt van iets of iemand: Hoe moet het verder? Op de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren wordt er recht gedaan aan dat gevoel dat je verweesd bent. Tegelijkertijd spreken de lezingen van vertrouwen.
Pastor Rob van Uden