Beste parochianen,

Vrijdag 11 juni lees ik een artikel in de zaterdagskrant van BN DeStem, onder de titel: “Protestantse Rituelen? Nee, die kunnen hier niet!” Het artikel is geschreven door de journalist Freek de Swart, een aardige kerel. Hij heeft het artikel geschreven op basis van een recente diocesane brief over ‘Richtlijnen voor het langdurig gebruik van een kerk door een ander kerkgenootschap dan de eigenaar van het kerkgebouw’ én op basis van reacties van een woordvoerder van de Bisschop.
Persoonlijk was ik al niet erg enthousiast over de brief van de bisschop. Dat zou met mijn persoonlijke mening kunnen zijn, maar ik wil deze brief nog nader bestuderen om daar een gefundeerde mening over te kunnen geven.
Het krantenartikel is echter een klap in mijn gezicht. Voor de kritische lezer mag duidelijk zijn dat Freek de Swart geen binding met een kerk heeft. Daar wil ik hem niet voor veroordelen, maar wanneer hij een christelijk gebedshuis verschillende keren een ’tempel’ noemt, zal dat voor de gemiddelde katholiek en ook voor de gemiddelde protestant vooral vervreemdend overkomen. Om zijn artikel sexy te maken (dat doe je in de hoop dat mensen met rode oortjes jouw artikel zullen lezen), grijpt de journalist terug op beelden die hij kent uit de romans van Dan Brown en het resultaat is een rampzalig artikel.
Nog een voorbeeld. De zin: “Want ontkerkelijking mag dan erg zijn, een vervaging tussen het avondmaal en de eucharistie is nog veel kwalijker.” Natuurlijk, ik ken de problematiek rond eucharistie en avondmaal. Ik weet dat er soms al te lichtvoetig mee wordt omgegaan, maar het is nou juist het doel van de oecumenische beweging, ook van het officiële leergezag, om de kloof tussen avondmaal en eucharistie te overbruggen. De formulering die Freek noteert, lijkt echter het tegenovergestelde te suggereren: Houdt de kloof zo groot mogelijk. Dat is dus niet wat de kerk leert.
Nog een citaat: “Voor protestanten blijft een hostie maar een stukje brood”. De officiële dialogen, waaraan door de R.K. Kerk is deelgenomen, laten zien dat deze opmerking niet juist is, achterhaald is en zelfs kwetsend is of minstens kwetsend kan zijn. In de dialogen wordt door reformatorische kerken ‘dat stukje brood’ doorgaans evengoed het ‘Lichaam van Christus’ genoemd. Voor veel protestanten is het avondmaal namelijk méér dan enkel een herinneringsmaal. De formulering die hier wordt gehanteerd is een aardig voorbeeld van ‘heiligschennis’ en gaat in tegen de gedragscode die ons door de kerk wordt voorgehouden: respect voor andere christelijke kerken.
Nog een citaat: “Dat de samenwerking er nooit was gekomen zonder de secularisatie”. Deze uitspraak gaat natuurlijk veel verder dan een eventuele gebruikersafspraak over een kerkgebouw. In feite wordt hiermee de oecumenische opdracht, die de Rooms Katholieke Kerk zelf op zich heeft genomen, gediskwalificeerd. Oecumene heeft diepe wortels in kerken die zich bekommeren om een godsvruchtige beleving van het geloof.
Ook als het gaat om de andere godsdiensten, krijgen we een dramatisch citaat: “De menselijke vrijheid staat het toe om ook tegen God te kiezen. Dat maakt het dat andere dan christelijke cultusplekken onder invloed kunnen staan van kwade invloeden.” In de verklaring over de andere godsdiensten tijdens het Tweede Vaticaans Concilie leert de kerk ons nou juist, op inhoudelijke gronden, om andere godsdiensten met respect te benaderen. Hier worden andere godsdiensten geassocieerd met het kwaad. Dat is dus niet wat de kerk leert. Hoe vaak heeft u niet foto’s gezien van een Paus die op bezoek gaat bij leiders van andere kerken en godsdiensten en hen broederlijk omarmt? De laatste twee encyclieken van deze Paus zijn zelfs gebaseerd op deze contacten.
Ik heb mijn ongenoegen gedeeld met twee medewerkers van de Bisschop. Ik hoop dat er een officiële reactie op het artikel komt. Ik schrijf u dit nu, omdat ik zie dat dit artikel de goede verhoudingen in onze regio kan schaden. En dat wil ik voorkomen.
Met vriendelijke groeten,
Rob van Uden