Afgelopen vakantie kwamen we op een doordeweekse dag in Magdenburg en konden we deelnemen aan een eucharistieviering. Stilletjes schoven we aan, met zijn tweeën in een vreemde gemeenschap. Er was best een aardig groepje mensen in de kerk. De voertaal was Duits, maar de viering voelde vertrouwd. Na afloop kwam één van de kerkgangers naar ons toe, sprak ons aan. Een moment van gemeenschap: communio. Mede door haar initiatief denk ik met warmte aan dit kerkbezoek terug.
De samenhang in onze dorpen is minder geworden. De samenleving onpersoonlijker. Verbondenheid is niet vanzelfsprekend. We moeten er harder aan werken om als parochie ook werkelijk gemeenschap te zijn, onze gasten welkom te heten, kwetsbaren hoog te achten. Ik moet denken aan de woorden van Paulus: Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. (Efeziërs 4:3-6)
‘Inspannen’, de Efeziërs moesten werken aan verbondenheid. Wij ook. Juist als je elkaar minder goed kent, is het goed oog te hebben voor elkaar. Maar hoe dichter je bij elkaar komt, hoe meer je ook elkaars zwakke plekken ziet. Vandaar de woorden uit dezelfde brief: ‘Wees altijd nederig, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde’. Soms vereist liefde dat je grenzen stelt en misverstanden opruimt, maar soms moet je ook gewoon bereid zijn om geduld met een ander te hebben, te luisteren en vragen te stellen.
Een nieuw kerkelijk seizoen begint. Ik geef u graag de woorden mee uit de brief aan de Efeziërs: Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. (Efeziërs 4:32)
Rob van Uden